Gebruikershandleiding notebook
39
De locaties van de sneltoetsen op de functietoetsen kunnen
variëren afhankelijk van het model, maar de functies moeten
dezelfde blijven. Volg de pictogrammen in de plaats van de
functietoetsen.
Pictogram “Zz” (F1): Plaatst de notebook in stand-by
(Opslaan-naar-RAM of Opslaan-naar-schijf afhankelijk van
de instelling van de slaapstandknop in de instelling van
het energiebeheer).
Radiotoren (F2): Alleen draadloze modellen: Schakelt het
interne draadloze LAN of de Bluetooth (op geselecteerde
modellen) AAN of UIT met een OSD-scherm. Wanneer
deze functie is ingeschakeld, licht de overeenkomstige
draadloze indicator op. De software-instellingen van
Windows zijn nodig om het draadloos LAN of Bluetooth
te gebruiken.
Pictogram zonsondergang (F5):Verlaagt de helderheid
van het beeldscherm
Pictogram zonsopgang (F6):Verhoogt de helderheid
van het beeldscherm
LCD-pictogram (F7): Schakelt het beeldschermpaneel
AAN en UIT. (Bij sommige modellen wordt het venster
uitgerekt zodat het hele scherm wordt gebruikt als er een
lage resolutie is ingesteld.)
Speciale toetsenbordfuncties
Gekleurde sneltoetsen
Hieronder vindt u de omschrijving
van de gekleurde sneltoetsen op het
toetsenbord van de notebook. De gekleurde
opdrachttoetsen zijn alleen toegankelijk door
de functietoets ingedrukt te houden terwijl
u op een toets met een gekleurde opdracht
drukt.
Comments to this Manuals